9. | De volgende wijzigingen van de tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun ter ondersteuning van de economie vanwege de huidige COVID-19-uitbraak worden van kracht vanaf 3 april 2020. |
10. | Punt 16 bis wordt ingevoegd: “16 bis. Voorts is de Commissie van mening dat, naast de steunmaatregelen die op grond van artikel 107, lid 3, onder b, VWEU toegestaan zijn en de mogelijkheden die op grond van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU al voorhanden zijn, het ook van essentieel belang is om onderzoek en ontwikkeling relevant voor COVID-19 te versnellen, en steun te verlenen voor test- en opschalingsinfrastructuren die aan de ontwikkeling van voor COVID-19 relevante producten bijdragen, en voor de productie van producten die noodzakelijk zijn om op de uitbraak te kunnen reageren. Daarom worden in deze mededeling de voorwaarden vastgesteld waaronder de Commissie dergelijke steunmaatregelen op grond van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU als verenigbaar met de interne markt zal beschouwen. De Commissie heeft een zorgvuldige afweging gemaakt tussen de mogelijke negatieve effecten van dergelijke steunmaatregelen voor de interne markt en het gemeenschappelijke doel dat met dergelijke steunmaatregelen wordt nagestreefd en de positieve effecten ervan voor het aanpakken van de door de COVID-19-uitbraak veroorzaakte noodsituatie voor de volksgezondheid.” |
11. | Punt 20 wordt vervangen door: “20. Alle steun in de verschillende punten van deze mededeling mag onderling worden gecumuleerd, met de volgende uitzonderingen:
|
12. | De inleidende alinea van punt 22 en de punten a) en c) daarvan worden vervangen door: “22. De Commissie zal dergelijke staatssteun als verenigbaar met de interne markt beschouwen op basis van artikel 107, lid 3, onder b), VWEU, mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan (de specifieke bepalingen voor de sectoren primaire landbouw en visserij en aquacultuur worden vastgesteld in punt 23):
|
13. | Punt 23 wordt vervangen door: “23. In afwijking van punt 22, onder a), moeten voor steun toegekend aan ondernemingen in de landbouw-, de visserij- en de aquacultuursector de volgende specifieke voorwaarden gelden, naast de voorwaarden van punt 22, onder b) tot en met e):
|
14. | Het volgende punt 23 bis wordt ingevoegd: “23 bis. Indien een onderneming actief is in verschillende sectoren waarvoor verschillende maximumbedragen gelden overeenkomstig punt 22, onder a), en punt 23, onder a), moet de betrokken lidstaat er met passende middelen, zoals een boekhoudkundige scheiding, voor zorgen dat voor elk van deze activiteiten het desbetreffende plafond in acht wordt genomen.” |
15. | Punt 25 wordt vervangen door: “25. De Commissie zal dergelijke staatssteun die in de vorm van nieuwe overheidsgaranties voor individuele leningen in antwoord op de COVID-19-uitbraak is toegekend, op grond van artikel 107, lid 3, onder b), VWEU als verenigbaar met de interne markt beschouwen, mits het volgende het volgende in acht wordt genomen:
|
16. | Punt 27 wordt vervangen door: “27. De Commissie zal staatssteun in de vorm van subsidies voor overheidsleningen in antwoord op de COVID-19-uitbraak op grond van artikel 107, lid 3, onder b), VWEU als verenigbaar met de interne markt beschouwen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
|
17. | Punt 3.5 wordt vervangen door: “3.5. Kortlopende exportkredietverzekering “32. In de mededeling van de Commissie over kortlopende exportkredietverzekering is bepaald dat verhandelbare risico’s niet mogen worden gedekt door exportkredietverzekeringen met steun van de lidstaten. Na een openbare raadpleging te hebben gehouden over de beschikbaarheid van kortlopende exportkredietverzekering voor uitvoer naar alle huidige landen met verhandelbare risico’s, heeft de Commissie vastgesteld dat er als gevolg van de huidige COVID-19-uitbraak een gebrek is aan voldoende particuliere verzekeringscapaciteit voor kortlopende exportkredieten in het algemeen en dat de dekking voor verhandelbare risico’s tijdelijk onbeschikbaar is. 33. In die context beschouwt de Commissie alle commerciële en politieke risico’s die verbonden zijn aan de uitvoer naar de landen die zijn opgenomen in de bijlage bij de mededeling over kortlopende exportkredietverzekering, tijdelijk als onverhandelbaar tot en met 31 december 2020 (15).” |
18. | Het volgende punt wordt ingevoegd: “3.6. Steun voor onderzoek en ontwikkeling relevant voor COVID-19 34. Naast de mogelijkheden die op grond van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU al voorhanden zijn, is het van essentieel belang dat onderzoek en ontwikkeling (O&O) relevant voor COVID-19 wordt vergemakkelijkt, teneinde de huidige noodsituatie voor de volksgezondheid het hoofd te bieden. 35. De Commissie zal steun voor O&O-projecten in het kader waarvan voor COVID-19 en andere virussen relevante O&O wordt verricht (16), met inbegrip van projecten die een COVID-19-specifiek kwaliteitslabel “Excellentiekeur” hebben gekregen in het kader van het Horizon 2020 kmo-instrument, als verenigbaar met de interne markt beschouwen, mits aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
|
19. | Het volgende punt wordt ingevoegd: “3.7. Investeringssteun voor test- en opschalingsinfrastructuur 36. Naast de mogelijkheden die op grond van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU al voorhanden zijn, is het van essentieel belang om test- en opschalingsinfrastructuur te ondersteunen die bijdraagt aan de ontwikkeling van voor COVID-19 relevante producten. 37. De Commissie zal daarom investeringssteun voor de bouw of aanpassing van test- en opschalingsinfrastructuur die nodig is voor het ontwikkelen, testen en opschalen tot en met de eerste industriële toepassing vóór de massaproductie van voor COVID-19 relevante producten, zoals beschreven in punt 3.8, als verenigbaar met de interne markt beschouwen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
|
20. | Het volgende punt wordt ingevoegd: “3.8. Investeringssteun voor de productie van voor COVID-19 relevante producten 38. Naast de mogelijkheden die op grond van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU al voorhanden zijn, is het van essentieel belang om de productie van voor COVID-19 relevante producten te ondersteunen. Daarbij gaat het om: de nodige geneesmiddelen (met inbegrip van vaccins) en behandelingen, tussenproducten daarvan, werkzame farmaceutische bestanddelen en grondstoffen; medische hulpmiddelen, ziekenhuis- en medische apparatuur (met inbegrip van beademingsapparatuur, beschermende kleding en beschermingsmiddelen, alsmede diagnostisch materiaal) en noodzakelijke grondstoffen; desinfecteermiddelen en tussenproducten daarvan en chemische grondstoffen die nodig zijn voor de productie ervan; instrumenten voor dataverzameling en -verwerking. 39. De Commissie zal investeringssteun voor de productie van voor COVID-19 relevante producten als verenigbaar met de interne markt beschouwen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
|
21. | Het volgende punt wordt ingevoegd: “3.9. Steun in de vorm van betalingsuitstel voor belastingen en/of opschorting van sociale premies van werkgevers 40. Betalingsuitstel voor belastingen en/of sociale premies kan een waardevol instrument zijn om de liquiditeitskrapte van ondernemingen (met inbegrip van zelfstandigen) te verkleinen en werkgelegenheid veilig te stellen. Wanneer dergelijk betalingsuitstel algemeen wordt toegepast en daardoor niet bepaalde ondernemingen of bepaalde producties worden begunstigd, valt dit uitstel niet onder artikel 107, lid 1, VWEU. Indien het uitstel bijvoorbeeld beperkt is tot bepaalde sectoren, regio’s of soorten ondernemingen, dan is er steun mee gemoeid in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU (21). 41. De Commissie zal op grond van artikel 107, lid 3, onder b), VWEU steunregelingen als verenigbaar met de interne markt beschouwen die bestaan in tijdelijk betalingsuitstel voor belastingen of sociale premies dat geldt voor ondernemingen (met inbegrip van zelfstandigen) die bijzonder worden getroffen door de uitbraak van COVID-19, bijvoorbeeld in specifieke sectoren, regio’s of voor ondernemingen van een bepaalde omvang. Dit geldt ook voor maatregelen ten aanzien van fiscale of socialezekerheidsverplichtingen die de liquiditeitskrapte moeten verlichten waarmee de begunstigden worden geconfronteerd, met inbegrip van, doch niet beperkt tot, uitstel voor in tranches verschuldigde betalingen, gemakkelijkere toegang tot betalingsregelingen voor belastingschulden en de toekenning van rentevrije perioden, opschorting van invordering van belastingschulden, en versnelde belastingteruggave. De steun moet worden toegekend vóór 31 december 2020 en de einddatum voor het uitstel mag niet later dan 31 december 2022 zijn.” |
22. | Het volgende punt wordt ingevoegd: “3.10. Steun in de vorm van loonsubsidies voor werknemers om ontslagen tijdens de COVID-19-uitbraak te vermijden 42. Om de werkgelegenheid veilig te stellen, mogen lidstaten overwegen bij te dragen in de loonkosten van ondernemingen (met inbegrip van zelfstandigen) die anders vanwege de COVID-19-uitbraak personeel zouden ontslaan. Indien dergelijke steunregelingen voor de gehele economie gelden, vallen ze buiten het toepassingsgebied van het staatssteuntoezicht van de Unie. Indien zij ondernemingen een selectief voordeel opleveren, hetgeen het geval kan zijn indien zij beperkt worden tot bepaalde sectoren, regio’s of soorten ondernemingen, dan is er steun mee gemoeid in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU. 43. Indien dergelijke maatregelen steun vormen, zal de Commissie deze op grond van artikel 107, lid 3, onder b), VWEU als verenigbaar met de interne markt beschouwen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
|
23. | Punt 34 wordt omgenummerd tot punt 44 en vervangen door: “44. Afgezien van de op grond van punt 3.9 en punt 3.10 toegekende steun, moeten de lidstaten de nodige informatie (22) over elke in het kader van deze mededeling toegekende individuele steunmaatregel binnen 12 maanden na de toekenning ervan bekendmaken op de uitgebreide staatssteunwebsite of via het IT-instrument van de Commissie (23).” |
24. | De punten 35 tot en met 42 worden omgenummerd tot de punten 45 tot en met 52. |